Boswachter Dick van Stegeren blogt over wat hem bezig houdt. Deze blog gaat over het maaibeheer in de Rottemeren
De laatste tijd krijg ik steeds vaker telefoontjes en e-mails met vragen over hoe vaak we eigenlijk maaien in de Rottemeren. Door de toenemende interesse in natuur willen steeds meer mensen precies weten waarom en op welke manier we onze gebieden beheren. Met name kan de wijze, het moment en de frequentie van maaien van graslanden, bermen, ruigten en oevers een rol spelen om de biodiversiteit te verbeteren. Vooral bloemen, zowel de hoeveelheid als de soorten kun je met je maaibeheer beïnvloeden. Zeker nu er de laatste jaren veel aandacht is voor de achteruitgang van het aantal insecten, die vaak afhankelijk zijn van bloemen merk je dat er opeens veel vragen komen over hoe wij eigenlijk maaien in de Rottemeren. En best wel terecht. Een goede reden dus om weer eens een keer kritisch te kijken naar hoe het maaibeheer is georganiseerd. De afgelopen tijd is daar dan ook vanuit het beheer veel aandacht aan besteed. Maar niet overal kan je zomaar de frequentie van maaien veranderen. Want je hebt ook rekening te houden met recreatieve functies en verkeers-, water- en sociale- veiligheid.
Maaibeheer
Met het maaibeheer wordt bepaald met welke machines en hoe vaak we per jaar ergens maaien. Op welke manier het recreatieschap Rottemeren haar maaibeheer uitvoert ligt aan de bestemming en functie van het perceel. We spreken dan over doeltypen. Voorbeelden daarvan zijn; Bermen, Bloemrijkgrasland, Dijken en waterkeringen, Moeras en rietland, Recreatief grasveld etc. Doeltypen kunnen dan ook nog worden onderverdeeld in bijvoorbeeld intensief of extensief, afhankelijk van het gebruik. Denk daarbij aan bijvoorbeeld een perceel met hoog gras waarop banken en prullenbakken staan. Direct rond die voorzieningen wil je het gras kort houden om de bereikbaarheid ervan te waarborgen en zal je dus frequenter maaien.
Kosten
Omdat er kosten aan het maaien verbonden zijn, en het via een jaarlijkse cyclus gebeurt, is het een vaste post op de begroting van het reguliere onderhoud. Het veranderen van de frequentie en het inzetten van een andere soort maaimachine heeft dus ook allerlei financiële consequenties. Soms zelfs juridische, omdat er ook (meerjarige)werkafspraken gemaakt zijn met aannemers die de maaiwerkzaamheden uitvoeren. Waarbij het niet altijd goedkoper is om minder te maaien omdat een consequentie daarvan kan zijn, dat het maaisel niet meer kan blijven liggen maar afgevoerd dient te worden. Dat maakt het juist weer duur.
Doeltypen
In de Rottemeren onderscheiden we verschillende doeltypen met hun eigen maaifrequenties.
Moeras, rietland en natuurvriendelijke oevers
Jaarlijks wordt 1/3 van het areaal gemaaid. Zodat in een cyclus van 3 jaar, al het riet in de Rottemeren een keer gemaaid is. Dit doen we om ten alle tijden zowel 1-jarig, 2-jarig als overjarig riet te hebben staan. Verschillend leeftijden riet herbergen verschillende soorten flora en fauna. Daarnaast wordt bij lange oevers steeds 200 meter gemaaid en dan weer 400 meter niet. Hierdoor hou je de diversiteit op kleine schaal in stand en bovendien blijft het zicht op het water op deze manier gewaarborgd. Het maaien gebeurd met een kraantje waarop een maaikorf aan een arm zit. Het riet word afgevoerd. Houtige gewassen die in de oevers staan, zoals bijvoorbeeld wilg worden met een kraan verwijderd.
Ruigtes
Ruigtes zijn begroeiingen die bestaan uit een mix van hoog opschietende overjarige kruiden, struiken en houtig opschot, zoals bijvoorbeeld brandnetels, distels en bramen. Deze plekken zijn een belangrijke plaats waar vogels kunnen nestelen en foerageren. Konijn en fazanten vinden er dekking en insecten rust en verblijfsplaatsen. Eens in de 3 jaar worden deze plekken gemaaid. Steeds 1/3 van het areaal. De houtige gewassen worden er uitgetrokken.
Bloemrijk grasland
Dit zijn percelen die bestaan uit verschillende grassoorten, kruiden en bloemen met een natuurlijke uitstraling. Dit zijn de percelen in de Rottemeren die veelal massaal geel opbloeien met koolzaad, fluitenkruid en geel raapzaad. Een waar paradijs voor insecten en bijen.
Er zijn twee verschillende maairegiems op van toepassing waarbij het maaisel wordt afgevoerd.
- 1 keer per jaar maaien en afvoeren. Dit gebeurd eind augustus. Het afvoeren van het maaisel is om te verschralen. In Nederland geldt in het algemeen hoe schraler de grond des te beter voor de biodiversiteit. Op schrale grond bloeien andere kruiden dan op de doorgaans rijke Nederlandse bodems.
- 2 keer per jaar maaien en afvoeren. Dit gebeurd dan eind juni en in de tweede week van september. Hierdoor verschraalt de bodem zelfs nog beter.
In de Eendragtspolder in het plas dras/gebied worden er op enkele graspercelen zogenaamde faunastroken in stand gehouden. Dit zijn stroken van 2 meter breed waar in een bepaald jaar niet gemaaid wordt. Deze stroken met hoog opgaand gras en kruiden fungeren als foerageer en verblijfsplaats voor dieren en insecten.
Schouwstroken
Op de meeste watergangen in de Rottermeren zit een schouwplicht. Dat betekent dat de watergangen goed bereikbaar dienen te zijn via schouwstroken op de oevers. Deze stroken worden 3 keer per jaar gemaaid met de klepelbak. Door het klepelen wordt het maaisel verpulverd. De grasresten komen tussen het gras. Hierdoor ontstaat een viltlaag waardoor de draagkracht van het schouwpad beter wordt. Zware machines voor het schonen van de watergangen kunnen daardoor veilig langs de oevers rijden.
Recreatief grasveld
Dit zijn de plekken om te picknicken, te spelen, te barbecueën en de hond uit te laten. Deze gebieden worden 6 keer per jaar gemaaid met de klepelbak. Ook bij kruisingen en waar de verkeersveiligheid dat vraagt wordt er zes keer gemaaid.
Bermen en natuurpaden
Bermen worden 7 keer per jaar gemaaid met de klepelbak. Dit zijn grasstroken van minimaal een meter langs de wegen, fiets- en voet- paden. De bermen hebben een stevige ondergrond en kunnen plaats bieden aan allerlei straatmeubilair. Verkeersveiligheid en het voorkomen van het overgroeien van het pad zijn de reden voor het frequente maaien. Ook natuurpaden worden 7 keer gemaaid.
Gazon
Dit zijn bijvoorbeeld evenement-terreinen, de dagkampeer-terreinen, speelweiden en andere percelen met intensieve recreatie. Deze grasvelden worden met de cyclomaaier 18 keer per jaar gemaaid. Daarnaast worden deze velden regelmatig geverticuteerd, bemest, belucht en bezand. Vaak zijn deze percelen ook gedraineerd.
Sloten
In de sloten worden de waterplanten 1 keer per jaar gemaaid. Het maaisel wordt afgevoerd.
Dijken
In het kader van veiligheid en dijkinspecties wordt voor het broedseizoen de eerste snee gemaaid. Daarna worden de dijken nog zes keer gemaaid.
Bron: Dick van Stegeren, Staatsbosbeheer