Waarschijnlijk kent iedereen ze, de meerkoeten! Die zwarte watervogels, met een witte snavel en witte ‘pet’. Het lijkt wel alsof ze altijd maar in de zelfde sloot zitten, en ook niet echt heel handig of atletisch zijn aangelegd. Toch moet je deze jongens niet onderschatten, ze kunnen namelijk behoorlijke afstanden afleggen!
Zo trekt namelijk een deel van onze meerkoeten in het najaar weg naar Zuidwest-Europa, om hier onder het warme zonnetje te overwinteren. Toch ligt het aantal meerkoeten in de winter niet lager dan in de zomer! We krijgen iedere winter namelijk duizenden meerkoeten uit Noordoost-Europa. Vogels uit bijvoorbeeld Estland en Letland willen de kou ontvluchten, en zoeken daarbij het waterrijke Nederland op om de winter door te komen. Bizar toch?! Ook opvallend is dat dit fenomeen nooit zichtbaar is. Ik bedoel, wie ziet er nou een groep meerkoeten overvliegen?! Deze vogels vliegen dus in de nacht. In het voorjaar is er weer wisseling van de wacht, de noordelingen gaan terug naar hun eigen broedgebieden, en onze eigen meerkoeten komen terug.
Grappig is ook dat het karakter van de vogels een beetje veranderd in de winter. Bij veel staan meerkoeten namelijk bekend als echte vechtersbazen, die hun vleugels er zeker niet voor omdraaien om eens een goed potje te knokken. Een terecht beeld! Tenminste, in het voorjaar dan. Zodra er een nest op het spel staat, en de hormonen beginnen te gieren, zetten deze vogels alles op alles om hun nest en territorium te beschermen. Des te opvallender is dat dit felle karakter in de winter ver te zoeken is. In deze tijd van het jaar kun je groepen met duizenden meerkoeten dicht tegen elkaar aan zien zitten, zonder dat er ook maar iets van concurrentie zichtbaar is. De Roeibaan op de Eendragtspolder is daar een mooi voorbeeld van! Hier overwinteren grote groepen meerkoeten.
Ze vullen hier de dag met het eten van gras, of het duiken naar waterplanten. Dat laatste is voor de meerkoet wel een dingetje. Door de grote hoeveelheid lucht in hun verenkleed moeten ze veel moeite doen om onder water te komen; ze maken een sprongetje bij het duiken en zetten zich met hun poten af. Kort daarop komen ze als een grote dobber weer naar boven drijven.
Kortom, meerkoeten zijn een stuk minder “saai” dan dat je van te voren misschien zou denken!
Bron: Jonathan Leeuwis, Staatsbosbeheer