Bij het beheer van de natuur in het Rottemerengebied zijn verschillende partijen betrokken. De Heraut sprak in mei 2019 met boswachters van Staatsbosbeheer en vertegenwoordigers van Natuur- en Vogelwacht Rotta over het natuurbeheer in het Rottemerengebied.
Boswachters Dick van Stegeren en Mark Vermeulen van Staatsbosbeheer beginnen het gesprek met te benadrukken dat er een uitstekende samenwerking is met Rien van der Vorm en Hans Sanders van Natuur- en Vogelwacht Rotta, en het tachtigtal andere vrijwilligers die op welke wijze dan ook actief zijn in Recreatiegebied Rottemeren. De voorbeelden vliegen over de picknicktafel tijdens hun lunchtijd op de locatie van Staatsbosbeheer aan de Kooilaan in Bleiswijk. De plattegrond van het gebied komt als bewijs op tafel en een twintigtal projecten waar Rotta actief is passeren in vogelvlucht de revue. Zoveel mensen, zoveel meningen, en dat geldt ook bij Rotta met een achterban van wel achthonderd leden!
Maar, Staatsbosbeheer weet veel van bosbouw en vrijwilligers van Rotta met een aantal professionals weten veel van vogels en de natuur in dit gebied. Zo vullen beide organisaties elkaar aan in een goed samenwerkingsverband.
Inhaalslag bosbeheer
We zitten nu echter bij elkaar voor een toelichting op prangende vragen van inwoners, zoals de noodzaak van bomenkap in het uitgestrekte gebied. De heren zijn het erover eens dat de kaalslag door de aanleg van de A16 Rotterdam, de inhaalslag in het bosbeheer en de gevolgen van de essentaksterfte wel erg ongelukkig samenvallen. Echter, alle werkzaamheden en de gevolgen voor de natuur zijn in alle gevallen ruim van te voren aangekondigd en toegelicht.
“Er is in pakweg twintig jaar geen groot onderhoud gedaan en nu wordt ineens zichtbaar wat de effecten zijn als er een inhaalslag wordt gemaakt. Er is een verschil tussen het je voorstellen en de realiteit als bomen echt weg zijn,” zegt Hans Sanders. “Achterstallig onderhoud noem ik liever bosbeheer,” zegt Mark Vermeulen, “en bij groot onderhoud hoort ook uitdunning om bomen die blijven staan meer de ruimte te geven. Dan moet je dus ook gezonde bomen kappen. Dan kan het best zijn dat je op houtstapels gezonde boomstammen aantreft.”
“Het is trouwens ook zo dat je bij essentaksterfte een gezonde stam of delen daarvan kunt aantreffen,” zegt Rien van der Vorm.
Hoe zit het met het ‘verdienmodel’, het idee dat Staatsbosbeheer geld overhoud aan de verkoop van bomen voor de biomassa houtstook? Mark: “We hebben een beperkt budget. Grootschalige projecten zijn goedkoper, geven minder overlast en een heel gebied kan gemakkelijker met gevarieerde aanplant heringericht worden. Er moet per saldo geld bij, en dat is voor rekening van het Recreatieschap Rottemeren.”
Dick van Stegeren vult aan: “Bij de essentaksterfte waarvan meer dan 90% is aangetast weet je zeker dat zo’n boom er vroeg of laat uit moet. Als je een lange rij bomen langs een weg moet verwijderen is het efficiënter dat in één keer te doen, vanwege de kosten en de overlast voor de weggebruiker, maar ook omdat nieuwe bomen met bepaalde onderlinge afstanden geplant moeten worden. Een laan is landschappelijk bepalend en daar wil je graag even oude bomen op een rij.”
Terugkerend onderhoud
Hoe zit het met de gevraagde schouw? Dick: “Het Recreatieschap heeft intussen een gesprek gehad met vertegenwoordigers van de actiegroep Stop Bomenkap Lansingerland. Er vindt een gezamenlijke schouw plaats om de noodzaak van het kappen te bespreken. Voorafgaand wordt door een onafhankelijk boomdeskundige de mate van aantasting in de laanbeplanting beoordeeld.”
Voordat jonge aanplant volgroeide bomen zijn kan tientallen jaren duren. Dat beeld past niet goed in klimaatadaptatie, tòch? Hans: “Er is de laatste decennia volop gebouwd. Dat ging ten koste van agrarisch gebied. Er moet meer balans komen tussen robuust bos en open weidevogel-landschap met zijn waardevolle rietoevers. Dat vraagt van ons dat we de bestaande bebossing zorgvuldig in stand houden.”
Dick: “Bomenkap is een politiek gevoelig onderwerp. Daardoor is er jarenlang terughoudend bosonderhoud gepleegd. Om een vitaal en biodivers bos te creëren gaat Staatsbosbeheer in een cyclus van zes jaar in elk gebied bepalen welk onderhoud noodzakelijk is. Dat doen we samen met Rotta, bijvoorbeeld op kleine percelen waar met de hand gemaaid wordt.”
Volgens sommige inwoners wordt er meer gemaaid dan afgesproken. Rien: “We hebben nog nooit zoveel kruiden en bloemen in de berm gehad! Er moet wel één meter vanuit de weg of het pad gemaaid worden, en soms op kruispunten wat ruimer in verband met het overzicht. We hebben als Rotta en Staatsbosbeheer vele en leuke discussies met elkaar en daarin zoeken we altijd de balans wat goed is voor de natuur. Uiteindelijk kunnen we het nooit iedereen naar de zin maken.”
Bron: Freek J. Zijlstra, Heraut 29 mei 2019