De Schotse Hooglander is misschien wel een van de bekendste verschijningen in de Nederlandse natuurgebieden. Je kan ze ook vinden in het Lage Bergse Bos. Maar hoe komen de Schotse Hooglanders daar eigenlijk terecht? En waarom staan ze in het Lage Bergse Bos?
Stukje geschiedenis
De Schotse Hooglander komt, zoals de naam al aangeeft, uit Schotland. Ze staan bekend om hun gehardheid en aanpassingsvermogen. De boeren in Schotland waren vroeger dol op ze. Ze waren gemakkelijk te onderhouden, hadden een sterk gestel en rustig temperament. Door hun langharige vacht en kenmerkende franje op de nek en benen waren ze goed beschermd tegen barre weersomstandigheden. Ze staan ook bekend om hun vermogen om gemakkelijk te kalven zonder hulp van boeren. Daarom waren ze ideaal voor kleinere boerderijen of boerderijen met beperkte middelen.
Hoe komen deze Schotse dieren in het Lage Bergse Bos?
We zullen je snel uit de illusie helpen, ze zijn niet zelf de Noordzee overgezwommen en hebben ook niet zelf het Lage Bergse Bos uitgekozen. De Schotse Hooglanders zijn daar bewust geplaatst. Ze hebben namelijk een belangrijke functie in het bos. Als zogeheten ‘grote grazer’ eten ze enorme hoeveelheden plantaardig materiaal op. Ook dode planten. Daarmee maken ze ruimte voor de groei van nieuwe, bijzondere planten en verbeteren ze het leefgebied voor vogels en vlinders. Ook blijven zaden van planten aan hun vacht kleven en daarmee zijn ze medebepalend voor hoe het bos zich ontwikkelt. De boswachter is verantwoordelijk voor de verzorging van de Schotse Hooglanders.
Wat doe je als je een Schotse Hooglander ziet?
Ook al zijn ze meestal niet gevaarlijk, het blijven dieren en ze kunnen onvoorspelbaar reageren. Daarom wordt geadviseerd om 25 meter afstand te houden. Vanaf die afstand is het nog steeds prima om deze mooie dieren te komen bewonderen in het Lage Bergse Bos. Let op, honden moeten aangelijnd blijven in het gebied, mede omdat dit voor gevaarlijke situaties kan zorgen in combinatie met de Schotse Hooglanders.